's Avonds om acht uur kijk ik vanaf het terras richting Alcalali of van die kant nog enige neerslag te verwachten is. Het begint net te schemeren. Ik zie laaghangende wolken met daartussen een wel heel laag hangend wolkje. Ik loop naar de muur en zie een minuscuul rookpluimpje opstijgen uit de dichte bossen op de heuvel tegenover ons. Welke idioot gaat er nu tuinafval verbranden? Maar.... daar woont niemand! Ik bel direct 112. Beginnende bosbrand in Lliber! Ik ben niet in staat om een goede plaatsaanduiding te verschaffen. (Achteraf redenerend, had ik natuurlijk moeten zeggen: vlakbij het waterzuiveringsstation). De brandweer is onderweg, wordt mij verzekerd. Ik pak de auto en rijdt naar de vuilcontainers boven op de heuvel. Er staat een man te kijken naar de rookpluim die inmiddels niet meer te missen is. Er zijn ook al vlammen te zien. Heb je al gebeld? roep ik naar hem. Si,si!, antwoordt hij. In mijn korte broek loop ik zo hard als ik kan op mijn instappertjes het pad af richting de brandhaard.
Om bij het vuur te komen - idioot die ik ben - moet ik het paadje verlaten en mezelf door de hoge struiken en bossages laten zakken. Als ik vlakbij ben besef ik dat hier door mij niets meer gedaan kan worden. Het is gelukkig windstil. Het vuurt raast en kolkt maar lijkt op de plaats rust te houden. De vlammen reiken tussen de dichte naaldboombegroeiing tot wel twintig meter hoog. Wegwezen hier! Maar terug omhoog klimmen naar het paadje is riskant, want vuur klimt ook makkelijk omhoog. Dus zijdelings baan ik mij een weg van het vuur af. Nou, dat heb ik geweten. Een en al braamstruiken, die me aan alle kanten met hun meterslange tentakels aanvallen. En het wordt nu echt stijl. Als ik hier naar beneden ga, realiseer ik me, breek ik straks nog mijn poot en dat ben ik letterlijk de sigarenpeuk. Terwijl ik verder strompel en kruip constateer ik dat het lawaai van het woedende vuur minder wordt. Een hele geruststelling.
Getroffen gebied. Bij de blauwe bol wonen wij. Klik om te vergroten |
Ik noem mijn naam en leg uit dat ik als eerste gebeld heb. Een van de mannen bevestigt dat. Dat ik had gehoopt nog wat tegen het beginnende vuurtje te kunnen uitrichten. Nee, verder niemand gezien helaas. Na telefoon en nie-nummer te hebben achtergelaten, kan ik gaan. Of ik nog medische verzorging nodig heb? Welnee, ik drink thuis wel een goed glas!
Inmiddels heeft het vuur de top van de heuvel bereikt, maar is de blusactie ook goed op gang gekomen. Overal zien we bomberos op de smeulende helling klimmen met hun rode en witte lampjes. We horen hun stemmen zelfs, commando's worden geroepen. Helden zijn het, die hun leven wagen voor de een of andere idioot, die klaar komt bij een fik. Ze lijken zelfs het vuur onder controle te krijgen zonder de hulp van blusvliegtuigen, die niet in donker vliegen.
de geblakerde helling |
*Iemand toevallig rond acht uur gisteravond een oude, donkere BMW 5-serie zien rijden op de CV748 in de buurt van de zeehondencrèche of bij het bruggetje in Lliber?