Totaal aantal pageviews

dinsdag 27 augustus 2013

Bosbrand

Het was een bewolkte dag, warm, ietwat drukkend en windstil. De zon liet zich tussendoor soms nog wel even zien. Er was regen voorspeld, maar die kwam niet en dat terwijl ik 's morgens in Denia nog een enorme hoosbui over mij heen had gekregen. Was die maar bij ons gevallen.....
's Avonds om acht uur kijk ik vanaf het terras richting Alcalali of van die kant nog enige neerslag te verwachten is. Het begint net te schemeren. Ik zie laaghangende wolken met daartussen een wel heel laag hangend wolkje. Ik loop naar de muur en zie een minuscuul rookpluimpje opstijgen uit de dichte bossen op de heuvel tegenover ons. Welke idioot gaat er nu tuinafval verbranden? Maar.... daar woont niemand! Ik bel direct 112. Beginnende bosbrand in Lliber! Ik ben niet in staat om een goede plaatsaanduiding te verschaffen. (Achteraf  redenerend, had ik natuurlijk moeten zeggen: vlakbij het waterzuiveringsstation). De brandweer is onderweg, wordt mij verzekerd. Ik pak de auto en rijdt naar de vuilcontainers boven op de heuvel. Er staat een man te kijken naar de rookpluim die inmiddels niet meer te missen is. Er zijn ook al vlammen te zien. Heb je al gebeld? roep ik naar hem. Si,si!, antwoordt hij. In mijn korte broek loop ik zo hard als ik kan op mijn instappertjes het pad af richting de brandhaard.
Misschien kan ik nog wat met een takje meppen, denk ik naïef. En, nog belangrijker, misschien kom ik de brandstichter tegen, waarover in het dorp de nodige geruchten gaan. Ik ren langs de beide huizen die iets verderop staan. Van enig vuur is geen sprake. Het weggetje houdt daar echter op en ik volg het smalle spoor verder naar beneden, dat gebruikt wordt door mountainbikers en hikers. Het is niet breder dan een halve meter. Ik hoor geknetter maar zie nog niks. Intussen daal ik steeds verder af. Het geknetter vermengd zich met met het kenmerkende geluid van een loeiende vuurstorm. Het klinkt beangstigend. Maar de brand kan in zo'n korte tijd toch niet al zo uitgegroeid zijn, hoop ik tegen beter weten in. Dan zie ik het vuur onder mij woeden. Het is aangestoken, dat lijdt wat mij betreft geen enkele twijfel, ergens tussen dit paadje en het brede pad, waar je met de auto kan komen. Het loopt van de CV748 achter het dorp langs naar de CV745. De dader is vast langs dat pad gekomen en gegaan, waarschijnlijk met de auto*.
Om bij het vuur te komen - idioot die ik ben - moet ik het paadje verlaten en mezelf door de hoge struiken en bossages laten zakken. Als ik vlakbij ben besef ik dat hier door mij niets meer gedaan kan worden. Het is gelukkig windstil. Het vuurt raast en kolkt maar lijkt op de plaats rust te houden. De vlammen reiken tussen de dichte naaldboombegroeiing tot wel twintig meter hoog. Wegwezen hier! Maar terug omhoog klimmen naar het paadje is riskant, want vuur klimt ook makkelijk omhoog. Dus zijdelings baan ik mij een weg van het vuur af. Nou, dat heb ik geweten. Een en al braamstruiken, die me aan alle kanten met hun meterslange tentakels aanvallen. En het wordt nu echt stijl. Als ik hier naar beneden ga, realiseer ik me, breek ik straks nog mijn poot en dat ben ik letterlijk de sigarenpeuk. Terwijl ik verder strompel en kruip constateer ik dat het lawaai van het woedende vuur minder wordt. Een hele geruststelling.
Getroffen gebied. Bij de blauwe bol wonen wij. Klik om te vergroten
Uiteindelijk bereik ik redelijk gehavend de droge rivierbedding. Ik moet ineens denken aan Johnny Hoogerland. En aan die keer dat ik met mijn twee zwagers in Oostenrijk een hele berg nagenoeg loodrecht ben afgedaald omdat de skilift het niet meer deed. Na een paar honderd meter over de knobbelkeien van de rivierbedding gezwikt te hebben  - gôh, wat zijn die Geox instappers ineens soepel!;-( - kan ik via het talud omhoog klimmen richting het brede pad dat die pyromaniak waarschijnlijk ook gebruikt heeft. Als ik dichterbij kom, hoor ik stemmen. Ook dat nog, de Guardia Civil! Komt daar een halve gare onder het bloed de bosjes uit kruipen. Acht vraagtekenhoofden bekijken mij van top tot teen. Naast de Guardia Civil zijn er mannen van de rampenbestrijding  en een agent - gelukkig wel nét de goeie van de twee! - van de Policia Local uit Lliber.
 Ik noem mijn naam en leg uit dat ik als eerste gebeld heb. Een van de mannen bevestigt dat. Dat ik had gehoopt nog wat tegen het beginnende vuurtje te kunnen uitrichten. Nee, verder niemand gezien helaas. Na telefoon en nie-nummer te hebben achtergelaten, kan ik gaan. Of ik nog medische verzorging nodig heb? Welnee, ik drink thuis wel een goed glas!
Inmiddels heeft het vuur de top van de heuvel bereikt, maar is de blusactie ook goed op gang gekomen. Overal zien we bomberos op de smeulende helling klimmen met hun rode en witte lampjes. We horen hun stemmen zelfs, commando's worden geroepen. Helden zijn het, die hun leven wagen voor de een of andere idioot, die klaar komt bij een fik. Ze lijken zelfs het vuur onder controle te krijgen zonder de hulp van blusvliegtuigen, die niet in donker vliegen.

de geblakerde helling
De volgende dag zijn de blusvliegtuigen en -helikopters er wel, maar het vuur is dan al uit. De bomberos hebben flink doorgebuffeld vannacht. Nu gaat het slechts om nablussen. 'Ons' heuveltje is flink gehavend. Volgens mijn supergave app is er ruim 6 hectare bos in vlammen opgegaan. Met wind was de schade nog veel groter geweest. Voordat zo'n bos zich hersteld heeft met bomen zijn we twintig jaar verder. We zullen het voorlopig moeten doen met een brede strook lage begroeiing. Het leek dit jaar goed te gaan, maar het mocht niet zo zijn.




*Iemand toevallig rond acht uur gisteravond een oude, donkere BMW 5-serie zien rijden op de CV748 in de buurt van de zeehondencrèche of bij het bruggetje in Lliber?

vrijdag 23 augustus 2013

Postjandikkeme.....



Het postkantoor van Jalon, waar we vanaf 2007 al een postbus hebben.

In Nederland kun je ongeadresseerd drukwerk buiten de deur houden met een simpele NEE-NEE sticker. (Heb je katten dan plak je een NEE JA sticker). Zelfs geadresseerde reclamepost kun je afvangen door je te laten registreren bij Postfilter.nl
Zó anders werkt dat in Spanje. Zoals ik al eens eerder schreef, heeft het geen zin een gleuf in je poortdeur te zagen als je in de campo woont, er komt toch nooit een postbode langs. Daarom hebben de bewoners van de buitengebieden - toch ongeveer de helft van de bevolking - een postbus, een zogenaamde buzon of apartado. Voor de kattenbak halen wij wekelijks de gratis krantjes zoals The Post, Costa Blanca Zeitung en de De Week op bij de benzinepomp. Uiteraard lezen we wel eerst het lokale nieuws en de advertenties en daarna gaat hij op de stapel oud papier.
Een apartado in het postkantoor kost jaarlijks € 61 maar dan komt je post in ieder geval aan. Denk je! De nieuwe postregelgeving per begin dit jaar vereist nu namelijk dat de tenaamstelling op de brief exact overeenkomt met de oorspronkelijke gegevens op het formulier, waarmee je de postbus hebt aangevraagd. Zo niet, gaat de post retour afzender! En zonder dat je daarvan bericht krijgt. Dus b.v. onze postbus staat op naam van Michael Felix, Apartado Postal 168, 03727 Jalon. Als iemand nu naar hetzelfde adres een brief aan Bernarda Felix zou sturen…...jammer dan, retour! Dus, mensen, alle post aan Bernarda voortaan adresseren aan mij ;-)
Nu kun je tegen bijbetaling van € 40 per persoon meerdere personen toewijzen aan je postbus. Maar ook daarvoor geldt dat de naamgeving exact moet overeenkomen als aangegeven op het contract. Dus geen Mike of Ber of De Felixjes, want dat soort post gaat natuurlijk… retour! Zo heb je in ieder geval geen last van ongevraagde post, maar zelfs de welkome post zal in veel gevallen niet meer aankomen, zoals Susie Mandrake verhaalt in The Post van deze week. Ze is een actie begonnen tegen deze rigide regelgeving, die haaks staat op de geest van een publieke dienst zoals de post. Volgens haar is het de postbeambten zelfs niet toegestaan om gewoon hun eigen gezonde verstand te gebruiken. Toen Susie, die al 13 jaar zonder problemen een postbus heeft, ineens geen brieven meer kreeg, vroeg ze of er een probleem was met het postbusnummer. „Nee hoor, geen probleem!‘ was het antwoord, terwijl de medewerkers toen al twee maanden lang bijna élke dag post voor haar terugstuurden.
Of wij post missen? Ik heb niet de indruk en ik heb ook nooit gecheckt of de post die ik heb ontvangen correct tenaamgesteld was. Ik kan me eerlijk gezegd niet voorstellen dat zoiets in Jalon zou gebeuren. Susie vraagt in haar ingezonden stuk om soortgelijke ervaringen als de hare te melden, dus geef ik hierbij graag haar adres door: susiemandrake@gmail.com. Je zou het eventueel ook per brief kunnen proberen: Susan Mandrake, Apartado 4, Mojácar Pueblo, 04638. Schrijf nu dus niet aan Susie Mandrake, want dan heb je je steunbetuiging volgende week weer in je eigen buzon liggen. Tenzij je natuurlijk achterop als afzender Wim Jansen (in plaats van het officiële Willem Jansen) hebt geschreven…..

Ons huis - Finca Feliz - op Faceboek

zondag 18 augustus 2013

Het kost een Parcent, maar dan heb je ook wat....

Ik schreef het al vaker, dit deel van Spanje heeft zelden gebrek aan water. In de zes jaar dat we hier nu wonen hebben we nog nooit een rantsoenering meegemaakt. Toch heeft het al drie maanden niet meer geregend, wat zeg ik, het is al bijna drie maanden aan een stuk schitterend weer. De mooiste zomer voor ons tot nu toe, terwijl we over de vorige zomers ook niet echt te klagen hadden. Waterrantsoenering is hier in het verleden toch wel eens voorgekomen, maar sinds de verhaler vlak bij ons woont, hebben we geen problemen gehad. (Edwin, mocht je gaan verhuizen, we verhuizen met je mee) Het is hier ook niet voor niets zo groen!
Een van de leukste klusjes vind ik dan ook water halen. Eens in de zes weken gaan we met zo'n 25 grote flessen van 6 à 8 liter inhoud naar een bron om ze te vullen met koel, helder water uit...uit, ja waaruit eigenlijk? Overal in de bergen blijken in de loop der duizenden jaren ruimtes te zijn ontstaan, waar kalksteen door binnendringend regenwater is opgelost. Zo schijnt de Grot van Rull ook ontstaan te zijn. Afhankelijk van de geologische structuur eronder blijft er in die holtes vak water staan, dat zich langzaam filterend een weg naar beneden en naar buiten baant. Veilig om te drinken? Als je op je smaak af gaat wel. Lekkerder water is er niet te vinden, maar dat zegt natuurlijk niks. Daarom zetten veel gemeentes bij hun bron, dat het water niet drinkbaar is, no potable. Mijn Spaanse fietsmaatjes vullen rustig hun bidonnetjes bij zo'n bron. Op mijn vraag of ze niet bang zijn voor enge ziektes, antwoorden ze eensgezind dat de gemeente het bord slechts plaatst om zich in te dekken. En bovendien, zelfs met bilharzia kun je de Tour de France winnen, dus waar hebben we het over. De laatste jaren gingen we altijd naar Font de Gel maar dit keer gaan we naar Parcent, want daar komt volgens dezelfde fietsmaatjes prima water uit de berg en het is nog iets dichterbij ook.
Hoofdkantoor drinkwatervoorziening Parcent....
Als we aankomen staat er groot op een huisje, dat het hier de drinkwater voorziening van Parcent betreft maar als we de hoek om gaan naar de tapplaats staan we toch oog in oog met de waarschuwing agua no potable.
Er zijn twee tappunten en dat is handig, zijn we twee keer zo snel klaar. Het water is koel; er ontstaat direct condens op de buitenkant van de flessen. Andermaal bewijs dat het rechtstreeks uit de berg komt. Want er zijn ook tappunten waar het water verdacht naar chloor of anderszins chemisch smaakt, zoals in Castells en Orba. Daar zit gewoon de waterleiding aangesloten op een rustiek uitgehakte waterbak met dito koperen kraan.

Als de kraan afsluitbaar is, weet je eigenlijk al dat het hier niet om bronwater gaat. Wel drinkbaar maar niet te zuipen. Nee dan hier in Lliber. Het water uit de kraan was al niet te drinken, maar is nu ook al sinds ruim een maand niet langer drinkbaar. Volgens de verordening van de gemeente mag je er zelfs geen eten mee koken. Intussen drinken we gewoon koel, helder bergwater uit Parcent, dat dus ook niet drinkbaar is. Dus. beste lezers, als dit het laatste blog blijkt te zijn, weten jullie waaraan het ligt.....


donderdag 15 augustus 2013

Margarida

Margarida (het gele huis isrest.  l'Almasera)
Alleen al je naam klinkt zó mooi tussen alle Benidorpies en Benihuchtjes. Vandaag waren Bernarda en ik er weer op uit met de MX5 van Rob. Tijdens de vorige rit had Bernarda in het voorbijrijden van Margarida een enorm plakkaat gezien op de muren van dit pittoreske bergdorpje, want dat is het, voorstellende een vork, een mes en een bed. Conclusie, er moet daar een hotel/restaurant zijn. Op zich niet zo heel bijzonder, maar voor ons een reden te meer om het dorp de volgende keer eens écht te bezoeken. Doordat het, weliswaar goed zichtbaar maar niet aan de doorgaande weg ligt, rijd je er gemakkelijker aan voorbij, lijkt het wel.
Die volgende keer was dus vandaag. We reden via Sagra naar Pego en namen vlak voor Pego de afslag links omhoog naar Val d'Ebo. Ongelofelijk trouwens hoeveel fietsers er nog omhoog ploeteren met dit hete weer. In Val d'Ebo hebben we bij het restaurant langs de weg een tostada con tomate met een glas versgeperste jus besteld. Terwijl we daar zaten kwam er een twee Spaanse families aan op MTB's. Ze waren met z'n zessen, waarvan twee middelbare vrouwen en een man met de niet de meest afgetrainde lijven, om het beschaafd te zeggen. Een stevig geveerde MTB is voor hun geen overbodige luxe, zullen we maar zeggen. Kennelijk kwamen ze vanuit Petracos (slechte weg maar vrijwel vlak), want Pa, de pezige ploegleider legde tijdens het daaropvolgend familieberaad uit dat ze twee vervolgopties hadden: naar links, richting Margarida of naar rechts, richting Pego. Alsof de beul vraagt of liever onthoofd of gehangen wil worden. Ik hoop dat de dames genoten hebben van almuerzo want het zou zomaar hun galgenmaal geweest kunnen zijn. In ieder geval zullen ze dit tochtje niet licht vergeten, want welke keuze je ook maakt het is klimmen en niet zo'n beetje ook. En geen wolk aan de lucht, geen zuchtje wind en alleen maar die meedogenloze zon.
De eigenaar vroeg ons bij het afrekenen waar wij heen gingen.
'Naar Margarida'.
'Ben je al eens in de grot van Rull geweest?' vraagt hij.
'Is dat bij Benidoleig?' is mijn wedervraag. Daar is namelijk ook een grot.
'Nee, nee, hier verderop', en hij duwt me twee kaartjes in de handen.
'Hiermee betaal je drie in plaats van vier euro. Moet je écht doen, is prachtig!' en om zijn betoog kracht bij te zetten, voegt hij eraan toe: 'En als je het niet mooi vindt, kom je terug, dan krijg je van mij je geld terug!'
Omdat het nog te vroeg was voor de lunch, zijn we inderdaad de grot van Rull in geweest. Imposant en heerlijk koel daarbinnen. Zomer en winter precies 15° met een luchtvochtigheid van 100%. Ik vroeg hoe het hierbinnen was tijdens de Gota Fria. We moesten dan zeker nog eens terugkomen, zei de gids, want twee dagen ná die regenperiode regende het binnen in de grot bijna net zo hard als het buiten had gedaan en dat veroorzaakte indrukwekkende geluidseffecten.
c/Major,, Margarida
En zo kwamen we keurig tegen etenstijd Margarida binnen karren. Het dorp was zich aan het opmaken voor de feesten ter ere van de patroonsheilige. Ik heb me laten vertellen dat dat Edwin de Roy van Zuydewijn zou zijn. Geen idee hoe ze daar nou weer bij komen. In ieder geval was het restaurant l'Almàsera snel gevonden aan de rand van het dorp. We namen een tafeltje op het buitenterras, wat wel erg warm was, al zaten we onder de schaduw van een parasol. Binnen was de airco aan en het uitzicht is daar haast nog adembenemender. Voor een volgende keer dan maar, want die gaat zeker komen.
Ingang l'Almàsera
We krijgen een menukaart. Het dagmenu Margarida is € 16. Slik! Je kunt tussen de middag soms voor de helft klaar zijn. De ober legt uit dat het om een menu de degustacion gaat. Je krijgt dan van de hele kaart een proefje. Je kunt nog kiezen of je vis, vlees of gemengd wilt hebben. We gaan voor mixto en krijgen vervolgens een geweldig lekkere en uitgebreide warme lunch voorgeschoteld met gazpacho, salade, visschotel, sparerib en chocoladetaart met ijs na. En tóp klaargemaakt, mooie ingrediënten en geen massaproductie. Drank en koffie na zijn niet inbegrepen, maar de € 20 p.p. is het meer dan waard. Voor ons een nieuwe ontdekking na l'Estació in Bocairent, dat ook een fantastische ambiance kent, nog een stuk goedkoper is maar ook - eerlijk is eerlijk - wel iets minder kwaliteit levert. Beide restaurants zijn niet naast de deur, maar liggen juist op een mooie strategische afstand om halverwege de ontdekking van ons werkelijk schitterende achterland even lekker lunchpauze te houden. Met de nadruk op lekker.....

donderdag 1 augustus 2013

een dagje topless



Vandaag waren Ber en ik een stukje topless rijden met de MX5 van Rob door het achterland. Ik zou haar wat pleisterplaatsen laten zien, waar we met de fietsclub regelmatig aanleggen.
Dankzij de Mas-y-Mas toch nog wat bij de koffie....
Als eerste stond een bar gepland in Gorka. Daar zouden we koffie drinken met een stuk ongelofelijk lekkere cheesecake uit eigen keuken. Jammer dan, door de weeks geen postres. Dat werd dus koffie met uit voorzienigheid meegebrachte koffiebroodjes van de Mas-y-Mas.
Vervolgens rijden we via Planes en Beniaia naar Famorca, waar de fietsclub regelmatig pauzeert bij de uitspanning La Font. Daar ontmoette ik ooit Marianne Vos . Een paar weken geleden zagen we haar weer, toen we met vrienden langs Famorca kwamen. Ze liep langs de weg te scharrelen, broodmager. Helaas hadden we toen niets eetbaars bij ons. Nu wel. Een blikje kattenvoer, speciaal voor haar meegenomen. Maar dit maal van Marianne geen spoor. Zul je altijd zien. Een goede daad kun je niet voorbereiden, zoals vervolgens zal blijken.
Als we net aan de lunch zitten, loopt er een man langs met een houten trapleer, die hij bij een straatlantaarn neerzet. Even later komt zijn collega langs met een dito trapleer die bij de volgende lantaarnpaal wordt geposteerd. Terwijl deze collega in no-time de lantaarn open heeft en alle stroomkabels begint door te knippen, is de ander nog druk doende de enorme lamp open te maken. Hij steekt zijn schroevendraaier tussen kap en opaalglas, wrikt en trekt tot er een klein kiertje ontstaat, waarna de lamp zich telkens weer als een oester sluit. In mijn fantasie zie ik de stakker al met lamp en al onder aan het trapleer liggen. Ondertussen vragen we ons af wat er met de lantaarns aan de hand is. Het gaat duidelijk verder dan het verwisselen van een lamp.
lichtacrobatiek
Terwijl Willie Wortel inmiddels letterlijk met vuisthamer en breekbeitel bezig is de oesterlantaarn te openen, is zijn collega al klaar met alle voorbereidingen. Hij komt aanlopen met een grote doos, waaruit een splinternieuwe neoklassieke straatlantaarn tevoorschijn komt. Nauwelijks bijgekomen van dit staaltje verspilling, horen we een onderdrukt gevloek vanaf het andere trapleer. Willie blijkt de lantaarn rigoureus van de paal gerukt te hebben, waarbij hij kennelijk de draden heeft losgetrokken. In zijn ene arm houdt hij nu de losse lantaarn moeizaam in bedwang, terwijl hij met zijn andere hand angstvallig het kabeluiteinde vasthoudt om te voorkomen dat dat volledig in de paal verdwijnt. Omdat zijn collega verderop op eenzame hoogte staat te goochelen met de nieuwe lantaarn kan die dus even niet te hulp schieten. Ik spoed mij er heen, klim de trap op en pak de enorme lichtbak aan. Onder dankzegging daal ik omzichtig met het loodzware gevaarte de trapleer af. Als we even later vertrekken worden we door een nog immer dankbare elektricien nagezwaaid. Het blik kattenvoer gooi ik leeg in de goot bij de vuilcontainers verderop. Of Marianne daar nog langs zal komen zullen we niet weten.