Ik had mijn rooie broek weer eens uit de kast getrokken. Staat wel leuk
bij mijn nieuwe blauwsuede loafers. Daar zitten rode veters in, een
stijlkenmerk van Martinelli. Kobaltblauwe sweater erboven en klaar. We
gingen naar een informeel feestje in Benissa. Als we weer thuis komen
hoor ik Jakhals Erik op TV iets roepen over rode broeken op de golfbaan.
Da's ook toevallig, denk ik nog als ik omlaag kijk. Nou zijn de keren
dat ik op een golfbaan stond, op één hand te tellen, maar ik voelde me
niettemin aangesproken op datgene wat er achteraan werd gezegd. Het ging
hier namelijk over de vermeende rijkdom van de oudere garde, belichaamd
in rode broeken op groene golfbanen. De ouderen blijken er in de Nederlandse crisismisère beter
voor te staan dan welke andere bevolkingsgroep maar ook. Ze genieten
vorstelijke pensioenen en hebben daarenboven ook nog een flink vermogen
opgebouwd. Ze hebben hun zakken (van die rode broek) goed gevuld. En
daarom kunnen zij, nee, moeten zij maar eens flink in hun
volvette buidel tasten om de begrotingspuzzle te helpen oplossen.
Zonder te bestrijden dat er welgestelde bejaarden bestaan, valt er tegen
de populistische oproep van Diederik wel het een en ander in te
brengen. Ondanks dat er tientallen jaren voor is gespaard met in het
achterhoofd de plechtige belofte van een ongekort en geïndexeerd
pensioen, weten de gepensioneerden inmiddels beter. En zij die nog niet
zover zijn, kunnen ook nog eens langer doorwerken om minder te krijgen. Maar goed,
pensioen blijft inkomen en is daarmee belastbaar net als inkomsten uit
arbeid.
Waar ik meer moeite mee heb is de voorstelling van zaken
rondom dat vermogen. Alsof al die oudjes er naast hun pensioen nog een vette
bankrekening op na houden. In een levensfase waar juist het ene na het
andere vermogen afneemt worden de pijlen gericht op een vermogen
dat bij verreweg de meesten in bakstenen zit en dan met name de
bakstenen van hun eigen huis. En wat er inmiddels met de waarde daarvan
is gebeurd behoeft ook geen nader betoog. Niet meer dan een virtueel vermogen dus. Gemakshalve gaat men in de redenatie voorbij aan de belangrijkste factor voor de opbouw ervan, tijd.
Want
hoe is het de meeste van ons vergaan? Je gaat werken, werkt hard, maakt
carrière en koopt na verloop van tijd een huis met een tophypotheek. Je
knapt het huis verder op, lost wat af en intussen stijgen de onroerend
goed prijzen. Je verdient inmiddels wat meer en koopt een groter huis,
waarbij je de overwaarde van je oude verbouwde huisje inbrengt.
Enzovoort tot je uiteindelijk je laatste optrekje geheel (of voor het
grootste deel) vrij hebt van schuld. En zo heb je dus je vermogen door
de vele jaren heen bijna letterlijk steen voor steen opgebouwd. En nu wordt dat watertandend gadegeslagen door de PvdA (staat nog steeds voor Portemonnee van de Ander) als gefundenes Fressen voor de bodemloze put, die met veel aplomb schatkist wordt genoemd.
Maar
aan het allerbelangrijkste in deze discussie wordt alsnog voortbijgegaan.
Al die verontwaardigde jongeren die afgunstig loeren naar die
bevolkingsgroep in vijftig tinten grijs met rode broeken, zou ik wil
zeggen: Jullie willen graag meedelen in óns vermogen? Nou, wij willen
ons vermogen met plezier ruilen voor dat van jullie: tijd van leven!
2 opmerkingen:
Deze reactie lieten mij ouders van 80 en 86 achter op soortgelijke discussie op het blog van Prretje:
En toch is het waar dat het meeste vermogen bij boven de 65 jarige zit. Waarom zou dan de groep van 30 tot 50 jaar met opgroeiende kinderen voor ons op moeten draaien via de AWBZ en WMO. De allerkwetsbaarsten worden echt wel ontzien. Wij leverden 18 € in en kregen 10 € extra AOW.
Er wordt al genoeg onheil doorgeschoven naar de kinderen ik denk aan natuur en milieu.
we hebben een vast inkomen, een dak boven ons hoofd, kinderen die zichzelf heel goed kunnen redden, zijn echt niet vermogend of rijk, maar tevreden. Kunnen daardoor met auto en caravan(alletwee goed, maar bejaard)reizen en reisjes maken.
Een AOWer en een huisvrouw die ook een tijdje gewerkt heeft.
Een reactie posten