Totaal aantal pageviews

vrijdag 24 oktober 2014

El Peñon de Ifach

Uitzicht op Calpe vanaf de ingang van de tunnel. Tot dit uitzichtspunt loopt een goed begaanbaar pad. 
Ooit - toen ik nog in Nederland woonde en werkte - moest ik voor een van de directeuren van de Bilderberg groep een ansichtkaartmailing verzorgen, die vanaf' de Costa Blanca zou worden verstuurd. De ansichtkaart moest de herkomst in één blik duidelijk maken, de 'handgeschreven' tekst op de achterkant deed de rest. Ik vroeg het Spaans verkeersburau om een beeldadvies en kreeg daarop een dia in bruikleen van...de Peñon de Ifach. Ik had geen idee waar die knobbel stond, maar de opdrachtgever wél en hij was er zeer mee tevreden. 
Nu woon ik zelf al zeven jaar op een kwartiertje van de 332 meter hoge rots, de Peñon de Ifach in Calpe. Door een aardverschuiving van de Sierra de Olta ontstaan en gelegen op een landtong vanwaar hij pront uit de Middelandse zee omhoog steekt.
De Peñon zoals velen 'm kennen.
Een landmark, een van de kleinste nationale parken die Spanje telt maar een (status)symbool van de Costa Blanca. Archeologische opgravingen van gebruiksvoorwerpen en munten bewijzen dat er veel culturen in het gebied aan de voet van de rots hebben geleefd. Naar het schijnt hebben de Romeinen er het langst gewoond. Zij exploiteerden zoutmijnen aan de kust, dat gebruikt werd voor het pekelen van vis, zodat deze langer houdbaar bleef. Wil je genieten van de fauna en flora die er op de rots leeft en groeit dan is het mogelijk via een smal, goed gemarkeerd wandelpad naar boven te lopen. Er zijn verschillende uitzichtpunten. Maar het meest spectaculaire is natuurlijk om door de tunnel te gaan, en naar het hoogste punt te klimmen. Daar heb je namelijk een mooi zicht op Calpe en de hele kustlijn. 
Bijna elke vakantieganger die een paar weken in deze omgeving neerstrijkt heeft de Peñon al beklommen, maar ik nog nooit. Tot vandaag dus. Binnen twee uur heen en terug. Het eerste stuk tot aan een tunnel is heel goed te doen. Een breed, met natuurstenen geplaveid pad met aan weerzijden volledig overbodige leuningen. Bij de tunnel heb je al een geweldig uitizcht (zie foto boven). Daarna wordt het een stuk lastiger. Gevaarlijk niet echt, alhoewel de bordjes je dat proberen te doen geloven. Kans op verstuiking is wel reëel. Het 'pad' bestaat uit enorme stenen en rotspunten die inmiddels door duizenden voetjes afgesleten zijn en daardoor spekglad zijn geworden. Op sommige stukken kun je je vasthouden aan een dik touw dat als leuning is aangebracht. Ik ging omhoog met een Nederlandse tourist, die ik onderweg ontmoette, zijn vrouw bleef wachten bij de tunnel. Op een gegeven moment is er een splitsing. Naar later bleek ging het rechtsaf nog 600 meter verder naar het hoogste punt. Wij gingen rechtdoor en eindigden na 200 meter op een punt waar je weliswaar ver weg kunt kijken maar Calpe niet ziet. Overigens kun je op dit punt zeer eenvoudig te pletter vallen en het is eigenlijk een wonder dat dat niet vaker gebeurd is. Geen hekje te zien, maar je hoeft natuurlijk niet op de rand te gaan staan om een foto te maken....
Aan de voet van de Peñon ligt een kleine vissershaven waar de vissersboten hun vangst bijna dagelijks aan land brengen. Het bijwonen van de veiling (€ 1 entree) is een belevenis al is het maar dat je de Spaanse namen van de diverse vissoorten leert kennen. Altijd handig als je uit eten gaat.


uiterste uitzichtspunt (vlak onder de top) met zicht op Moraira en de Montgo.
uiterste uitzichtspunt (vlak onder de top) met zicht op Benidorm.


tekst gedeeltelijk ontleend aan een recente post van Hasta Pronto op facebook. Zeer de moeite waard, mooie foto's en boeiende teksten (in Nederlands) over mooi Spanje. 






dinsdag 1 juli 2014

Cédula

www.villalliber.com
Het spaanse woord cédula betekent niet meer dan 'bewijs' of 'document'. Er moet dan ook altijd iets achteraan komen om het specifiek te maken, zoals bij voorbeeld een cédula de identidad (identiteitsbewijs) of een cédula personal (persoonsbewijs). Er is echter één dorpje in Spanje waar het woord cédula geen nadere toevoeging behoeft. De meerderheid van haar inwoners is buitenlander, wiens eerste woordjes Spaans buenos días, gracias, por favor en cédula waren. In Lliber staat het enkele woordje cédula voor 'bewijs van bestaan'; niet van jezelf maar van je huis. Zonder cédula bestaat je huis niet en kun je dus formeel ook geen stroom- of wateraansluiting krijgen. Het (ver)kopen van een huis zonder cédula is uiterst lastig en soms zelfs onmogelijk. De cédula die in Lliber geen enkele nadere toelichting behoeft, heet officieel de cédula de habitabilidad en is officieel niet meer dan een door de gemeente verstrekte vergunning om in jouw eigen huis te mogen wonen. Een woonvergunning dus. Dat lijkt niet zo ingewikkeld en toch zijn honderden inwoners al ruim tien jaar bezig om dat begeerde papiertje te verkrijgen. Ons huis beschikte als één van de weinigen in het buitengebied van Lliber over een cédula, afgegeven in 1998 bij de voltooiing van de bouwwerkzaamheden. Vanzelfsprekend beschikt het huis dus sindsdien over een reguliere aansluiting van stroom en water.
Toch leek het me niet onverstandig om de situatie na vijftien jaar eens door de gemeente aan de actualiteit te laten toetsen. Dat begon met een gesprek met de gemeente-architect. Die adviseerde ons een bouwtechnisch rapport door een onafhankelijke architect te laten opmaken van het huis zoals het nu is. Daaruit kwam naar voren dat het aantal vierkante meters nuttig vloeroppervlak flink was toegenomen met gevolgen voor de waardebepaling voor de onroerend goed belasting, die overigens naar Nederlandse maatstaven belachelijk laag is. Of ik dat maar even aan het belastingkantoor (Suma) wilde doorgeven. Na dat braaf te hebben gedaan - en nog wat leges links en rechts te hebben betaald - ontving ik vandaag een verse geactualiseerde cédula. Fijn, vooral voor de volgende eigenaar, maar niet meer dan een formaliteit zou je zeggen. Toch word ik door verschillende mensen geluk gewenst alsof ik geslaagd ben voor één of andere examen. Of ik dan niet blij ben? Enerszijds wel. Alle belangrijke documenten - waaronder ook een energie certificaat - zijn voor handen en gebaseerd op de actuele situatie. Dat zal voor potentiële kopers en hun onmisbare adviseur zeker een geruststelling zijn. Anderszijds komt hiermee het afscheid van een fantastisch huis op een onbeschrijfelijk mooie plek weer een flinke stap dichterbij. Morgen komt de makelaar om de zaken door te spreken. Die vraagt veel provisie maar heeft ook een groot bereik. Maar zonder zijn tussenkomst lukt het zeker ook. Het door de koper inhuren van een gespecialiseerde jurist of gestor is in alle gevallen zéér aan te bevelen en die zijn een stuk goedkoper dan makelaars. Dus voor een échte win-win klik je hier.

vrijdag 16 mei 2014

Kersen eten (met willige lieden)

CC Xaló (groen/zwart) en CC Alcalalí (geel/wit) broederlijk bijeen terwijl Manolo kersen uitdeelt.
Afgelopen zondag stond de jaarlijkse kersenetappe van de Jalonese fietsclub op het programma. Elk jaar rondom deze tijd nodigt de voorzitter, Manolo Monfort, zijn leden uit om rond een uur of tien te arriveren in de bar van Benimaurell om daar almuerzo te gebruiken waarbij hij het nagerecht verzorgt: een portie kersen van de nieuwe oogst uit de Vall de Laguar, een streek waar veel kersen gekweekt worden.
De weg naar Benimaurell is niet gemakkelijk. Vanaf Orba gaat het vrij stijl omhoog langs Fontilles, de voormalige leprakolonie, en de dorpjes Campell en Fleix om uiteindelijk bovenaan de berg in Benimaurell uit te komen. De keuze voor dit plaatsje is simpel, het is waar Manolo’s wiegje stond.
Manolo (roze overhemd) verdeelt de kersen
Dit jaar was ook de fietsclub van Alcalalí van harte uitgenodigd, hetgeen niet zo verrassend was omdat beide wielerclubs de laatste tijd vaker samen opfietsen of elkaar ‘stomtoevallig’ tegenkomen op dezelfde tijd bij dezelfde uitspanning om daar vervolgens samen vreetzaam te almorzaren.  In alle opzichten een positieve ontwikkeling, want zo kom je toch snel aan een pelotonnetje van een man of vijftien. Ooit wás het notabene één fietsclub, maar interne strubbelingen uit de tijd van de vélocipède zorgden voor een schisma, die tot op heden voortduurt. Niet alleen Friezen of Greunigers blijken een harde kop te kunnen hebben. En, zoals het spreekwoord zegt, met onwillige lieden is het moeilijk kersen eten. Dat we nu samen kersen hebben gegeten kan dus een sterke symbolische waarde hebben, alhoewel het spreekwoord in Spanje niet bestaat. Een goede ontwikkeling die ooit wellicht zal leiden tot een officieel samengaan van de wielerclubs van Jalon (of Xaló in het Valenciaans) en Alcalalí, wie weet onder de naam CC Vall de Pop (genoemd naar de vallei van het riviertje Pop, alias Rio Jalón, alias Rio Gorgos. Pop is dan het meest neutraal, hoewel er wel al een montainbike vereniging, BTT Vall de Pop, in Castell de Castells bestaat dus dat kan dan daar weer op bezwaren stuiten). Of Manolo de overkoepelend president zal worden valt de betwijfelen. Hij lobby’t al jaren om een ander voor het CC Xaló karretje te spannen en sinds hij recentelijk de eigenaar is geworden van Tot Utíl, een DHZ-zaak in Jalón, heeft hij wel genoeg aan z’n hoofd. Dus heeft hij zijn laatste dag van financiële vrijheid gewijd aan het verwennen van zijn fietsmaatjes uit Jalón én Alcalalí met overheerlijke kersen om zich daarna volledig te storten op businessplannen, verdienmodellen, marketing strategieën en product positionering.

selfie bij Guadelest: éénderde zit erop
Gisteren heb ik zelf een tocht gemaakt, die al heel lang 'op de rol' stond, maar steeds werd uitgesteld door de lengte (ruim 120 km). Geïnspireerd door Dick en Edwin, die op dit moment dagelijks zo’n takkeënd fietsen vanaf Nederland naar hier, begon ik om acht uur ’s morgens aan deze tocht, die voert over de Col de Rates via Callosa d’en Seriá naar Guadelest en vandaar verder langs Confrides, Benasau en Gorga terug langs bekend terrein. Tegen de tijd dat ik mijn rug, schouder en knieën begin te voelen zat ik al op de lange afdaling - afgezien van nog een paar minimale klimmetjes  - vanaf Foncheca naar huis. Bijna zes uur onafgebroken op de fiets is niet niks voor een bijna 64-jarige opa en ik moet er niet aan denken, dit dagelijk te moeten doen, maar zeer tevreden dat het eigenlijk probleemloos is verlopen, wat niet van mijn GPS-tracker kan worden gezegd, die 30 km voor aankomst de geest gaf omdat de batterij leeg was.
123,8 km, 5 u 46 min. 

vrijdag 25 april 2014

In het zweet....

vlnr: 1000 ltr grijs-watervat, de Honda grondfrees (starten lopen ook na een jaar stilstaan) en boertje Felix.
Ik had al jaren een reservoir waarin ik ons zogenaamde grijze water opving. Grijs water is afvalwater van gootsteen, bad, douche e.d., dus geen toiletten of wasmachine. Het water is relatief schoon en goed te gebruiken voor het bevloeien van een moestuin. Het reservoir stond onderaan het huis terwijl we de oorspronkelijke moestuin al voordien boven hadden aangelegd. Hoogteverschil zo'n 8 meter, afstand nog eens een meter of 20. Met een vuilwaterpomp zou het eventueel nog gekund hebben. Ik gebruikte het afvalwater uit het reservoir echter om emmers te vullen, die ik vervolgens bij de over het hele land verspreid aangeplante fruitbomen gooide. Een moeizaam en smerig karwei, want het water stinkt als het een tijdje stil heeft gestaan. Nu de fruitbomen hun eigen watertoevoer op natuurlijke wijze hebben opgedoken werd het tijd voor een nieuwe poging om zelf wat groenten te gaan opkweken met behulp van het restwater, toch zo'n 1000 liter per week. Daarom een mooi stukje grond onderaan het huis uitgezocht en het reservoir daarheen verplaatst. De grijs-waterafvoer moest daarvoor wel 15 meter worden verlengd. Het stukje moestuin heb ik met de grondfrees bouwrijp gemaakt en daarna ingezaaid met zaad van kalebassen (voor die heerlijke pompoensoep), krulkomkommers (pepinos alficoz, lekkerder dan gewone komkommers naar men zegt, maar commercieel onïnteressant door hun onhandige vorm), andijvie en snijbiet.
de kalebaszaden heeft Bernarda zelf verzameld
De alficoz en de kalebas staan aan de uiteinden, omdat die planten hele lange uitlopers krijgen, die dan over het onbewerkte land kunnen groeien.

Het is gortdroog langs de zuidelijke Spaanse kust. Gisteravond regende het even stevig in Benissa, maar in Lliber vielen slechts drie...herstel vier druppels. Zolang we echter nog onder de douche gaan, tanden poetsen en onze handjes wassen blijft er genoeg afvalwater over voor een bescheiden moestuintje. Vanaf vandaag elke morgen vanuit de slaapkamer het achterterras op om te kijken of er al wat opkomt.

Vanmorgen had poesje Pipa een oogje dichtzitten. Toen we goed gingen kijken bleek dat het transparante vlies van haar oog als een flubbertje onderin op haar ooglid lag, ogenschijnlijk gescheurd. Dikke paniek! Op naar de dierenarts. In gedachten zag ik Pipa al met een ooglapje of met een glazen oogje. Vreselijk! Voordat we de bench konden pakken was ze echter weer helemaal de oude! Niets meer van te zien. Internet bracht - zoals zo vaak - uitkomst. Het betreft hier het derde ooglid, het zogenaamde knipvlies. Een kat laat dat soms inzakken als ze grieperig is of bij nierfalen. Als het langer dan 2 à 3 dagen blijft moet er naar een oorzaak gezocht worden. Bij haar duurde het hooguit een nacht, dus gaan we ervan uit dat er weing loos is. Ik zal haar wel aangestoken hebben met mijn verkoudheid. Maar schrikken was het wel even.

Uitzicht vanaf het achterterras: allemaal eigen grond tot voorbij het eerste witte huis in de verte. Kopen?

dinsdag 22 april 2014

Corte Cocina

De iristuin, onze lokale Keukenhof in Marnes (gem. Lliber)
In Nederland schijnen - mede dankzij het lekkere weer - tijdens de paasdagen nieuwe toeristische records gebroken . Bij de obligate trekpleisters zoals meubelboulevards en pretparken rinkelden de kassa's terwijl de buitenlandse influx zich voornamelijk vergaapte aan Nachtwacht en bollenvelden. De Keukenhof beleefde een ongekende drukte uit alle delen van de wereld.
Wij hebben hier in de buurt onze eigen Spaanse keukenhof, zeg maar onze Corte Cocina (eigenlijk jardin de cocina, maar corte allitereert lekker). Hoewel Spaans? Het is door Engelsen aangelegd in 2004, hoog in de Bernia en het aantal tulpen is op één hand te tellen. De jardin de los lirios  staat vol met irissen, sinds enige jaren aangevuld met rozen. De tulpenbolleneuforie in Nederland bracht ons op het idee om weer eens in Marnes een kijkje te nemen. €5 entree per persoon vind ik best aan de prijs want heel groot is het allemaal niet. Mevrouw Lomer zat nog lomer dan anders onder een rozenboog en vroeg iedereen, die langs kwam of ze wel betaald hadden. Hoe loom kun je zijn? Maar ik had het rosarium nog niet eerder gezien en omdat ik wel wat heb met rozengeur en paardemest was ik nieuwsgierig wat ze ervan hadden gemaakt.
Jaaah, deze ruikt lek...au!!
Bovendien is het een prachtige rit met tal van mogelijkheden om een bezoek culinair af te sluiten, bijvoorbeeld  bij Real de Bernia (uitzicht!!) of Verd y Vent (lekker!!).
Toen ik jong was ging ik regelmatig met pa en moe naar het Vondelpark alwaar het rosarium een vast rustpunt was. De uitbundige geur was er haast bedwelmend. Zo ruik je ze tegenwoordig haast niet meer, ben ik geneigd te beweren. In ieder geval werd ons gisteren andermaal duidelijk dat niet elke roos hetzelfde ruikt. Van mild zoet, vanilleachtig tot pure zeeplucht.
Als ik een bij was wist ik het wel. Uiteraard eindigde het feest weer met een doorn in mijn duim, die ik er thuis met stopnaald en pincet uit moest wrikken, maar wie lekker wil ruiken moet nu eenmaal pijn lijden.

Door te klikken op onderstaande foto's kun je ze vergroten.













woensdag 16 april 2014

Dagje zeilen

Rob gooit de trossen los, terwijl Arlène zich al heeft geïnstalleerd op de achtersteven.
Een kadootje voor ons 40-jarig huwelijk van onze consuegras Rob en Arlene: een dagje zeilen op de Middellandse zee. Om half twaalf werden we verwacht in de jachthaven van Oliva, alwaar het zeiljacht Fint afgemeerd ligt. Schitterend weer en een flinke bries zorgen voor uitstekende zeilcondities.
Rob: "Land in zicht!!!!"
De schipper/eigenaresse Helma Hermans verwelkomt ons hartelijk aan boord van dit ranke scheepje, dat al heel wat van de wereld gezien heeft en al een aantal keren de Atlantische Oceaan is overgestoken met Helma en haar man Bob en de hond als enige bemanning; 38 dagen onderweg met niets dan water om je heen! Wij voeren een kleine 4 uur en ik moet eerlijk zeggen, dat na uur of twee bij mij een mate van verzadiging ontstond, mede veroorzaakt door enig gevoel van onbehagen vanuit de maagstreek, ook wel zeeziekte genoemd. Mijn referentiekader was een zeiltocht van Stavoren naar Medemblik bij windkracht 6 toen de kinderen nog piep waren en op Sigurd na de hele familie met gezwollen tong over de railing hing. Zo erg was het deze keer zeker niet, maar op de fiets ga je een stuk sneller, zie je meer en het bederft de eetlust bepaald niet. 
Helma, Bernarda en Arlène in de kajuit met Rob aan de helmstok.

Gezellig was het wel met een koel wit wijntje en de spannende zeevrouwsverhalen van Helma, die naast een uitstekende gastvrouw ook haar mannetje staat als schipper. Maar ja, wat wil je ook als je al je hele leven zeilt. Van de Cariben naar Senegal en van de Canarische eilanden naar Kaapstad. Zo'n rondje Oliva moet voor haar wel de ultieme verveling zijn, maar dat laat ze zeker niet merken. Na afloop drinken we samen nog wat in het restaurant bij de Marina, waarna we afscheid nemen. Wellicht tot een volgende keer. Rob heeft in het verleden een eigen zeilboot gehad en speelde met de gedachte om hier in Spanje die oude liefde weer op te frissen. Laat de Fint nou te koop zijn! Met ligplaats erbij voor nog geen twintig mille. Geen gekke prijs voor een bewezen zeewaardig jacht, dat er goed uitziet en dan ook nog eens een ligplaats erbij. In Calpe betaal je daarvoor alleen al zo'n tienduizend euri per jaar en dan is er nog een wachtlijst ook van hier tot de keukendeur. Maar ook Rob was na afloop van mening dat gewoon zo'n dagje zeilen zonder alle sores van een eigen boot eigenlijk wel heel lekker is.  
Rechtop varen is er niet bij....
met 6 knopen richting Allepo

















Ook een keer zin om met Helma van wal te steken?
€60 per 2 uur voor de boot mét schipper, ongeacht aantal personen (max.4). Lunch is mogelijk bij bestelling vooraf. Boeken/inlichtingen: helma@sciwricon.com of bel 646711322








donderdag 27 februari 2014

Effe wachten....nog effe wachten.... Pizza!!

tijdens het bakken mogen er gewoon vlammen zichtbaar zijn en kan er ook af en toe een houtblokje of dikke tak bij.

Toen ik jaren geleden van plan was een pizzaoven te bouwen heb ik o.a. met mijn handige Belgische vriend Bob overlegd hoe ik zo ongeveer te werk moest gaan. (Ook op internet is trouwens allerlei informatie te vinden en als er lezers zijn die meer willen weten, zijn ze van harte uitgenodigd op deze blog te reageren). Inmiddels staat de oven er al twee jaar en hebben we ondertussen al wat ervaring opgedaan met het bakken van pizza's. De eerste keer ben je al blij dat er tussen de verkoolde resten nog ergens een stukje pizza te ontdekken valt. De volgende keer kwamen ze er al heel redelijk uit. Vervolgens ga je meer aandacht besteden aan de variëteit van de toppings om uiteindelijk met een heel bakplan de oven optimaal te kunnen benutten: eerst pizza's, daarna  brood, een cake en tenslotte een stoofpotje totdat de oven weer is afgekoeld. Zover zijn we nog niet, maar een lekkere pizzaparty lukt al best.
een fles als deegrol

Afgelopen zondag waren Bob met z'n Marijke samen met Gilbert en Irene bij ons. Bob kan ons zèker en vast nog wat kneepjes van het pizzabakken bijbrengen. Zoals het van tevoren verdelen van het deeg in stukken van 150 gram en daarvan deegbolletjes te maken, die hij met een wijnfles (!) uitrolt tot pizzabodems.
En het met potlood aftekenen van de omtrek van de schieter op de plank, zodat je pizza's naast lekker ook nog mooi rond en gelijkvormig worden. De verschillende toppings zijn een creatieve samenvoeging van de bekende pizza-ingrediënten, zoals tomate frito, kaas (parma, mozarella) olijven, zalm, tonijn, chorizo etc. We houden ons graag aanbevolen voor lekkere recepten!
in het midden van de oven tegen de 300°
De oventemperatuur is een belangrijke succesfactor. Bij mijn oven zit de thermometer in de stookdeur. De aangegeven temperatuur is daar minder dan in het midden van de bakvloer. Daarnaast is de temperatuur van de bakvloer zélf belangrijk. Mijn bakvloer is nogal stevig uitgevoerd (10 cm beton met daarop vuurvaste stenen van 4 cm dik) en het duurt daarom vrij lang voordat de bakvloer heet genoeg is om de onderkant van de pizza goed door te bakken voordat de bovenkant verbrandt.
Het instoken tot de thermometer op 250 graden staat duurt zo'n 2 uur. Eerst een paar droge takjes en daarna toch redelijke stukken droog brandhout, dus niet te dunne takken, want dan blijf je vullen en je mist de intense hitte van een massief houtblok. Anderszijds ook geen boomstam erin, want die gaat smeulen. Het vuur in het midden van de oven opstoken en vlak voor het bakken naar achteren schuiven. De benodigde hoeveelheid hout valt me altijd weer mee; ik schat een kilootje of vijf, zes. Met een deegballetje kun je controleren of de temperatuur van de bakvloer en de oven in evenwicht zijn. Als dat zo is kunnen de pizza's gebakken worden. Er kunnen er gemakkelijk twee naast elkaar, maar omdat ze al na 3 à 4 minuten klaar zijn is het handiger om de pizza's er om en om in te schuiven. Dus na twee minuten de eerste pizza een slag ronddraaien en meteen daarna de volgende erin, enz.
Al met al was het een gezellige middag samen en dan konden we nu helemaal waarderen na de vervelende ervaringen met onze 'gast'.